Eerste stap naar Open onderwijs makkelijker dan vaak gedacht

Fontys ICT

Opiniestuk van Erdinc Sacan

Fontys hogeschool ICT is al jaren expert op het gebied van ‘Open onderwijs’, een didactische methode waarin studenten veel meer regie hebben over hun eigen leertraject. De laatste tijd vindt de methode veel bijval vanuit andere hogescholen. Zo adopteerde het Humber College in Toronto en de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen het model. De Hogeschool Utrecht open onderwijs wist zelfs door integratie in hun ICT opleiding de 2e prijs bij de Nederlandse Hogeronderwijspremie in de wacht te slepen.

Fontys hogeschool ICT is al jaren expert op het gebied van ‘Open onderwijs’, een didactische methode waarin studenten veel meer regie hebben over hun eigen leertraject. De laatste tijd vindt de methode veel bijval vanuit andere hogescholen. Zo adopteerde het Humber College in Toronto en de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen het model. De Hogeschool Utrecht open onderwijs wist zelfs door integratie in hun ICT opleiding de 2e prijs bij de Nederlandse Hogeronderwijspremie in de wacht te slepen. In een artikel van Trajectum wordt het volgende geschreven ”Het idee van deze onderwijsinnovatie komt uit de koker van Gert van Hardeveld, teamleider en mentor/coach bij Open-ICT. Hij startte een jaar of vijf geleden met het opzetten van een specialisatie over ondernemerschap in het derde jaar. Op een symposium ontmoette hij Eric Slaats van Fontys Hogescholen. Slaats is verantwoordelijk voor een ict-opleiding die al jarenlang werkt volgens een dergelijk didactisch concept. Van Hardeveld nam de principes van het onderwijssysteem voor de specialisatie over.”

Sinds 2016 volgt een grote groep studenten bij Fontys Hogeschool ICT de open opleiding, Open Learning. Studenten bepalen in deze ICT-opleiding de leerroute naar hun diploma helemaal zelf: geen rooster, geen toetsen en zelfs geen voorgeschreven curriculum. Eric Slaats, geestelijk vader van Open Learning: “Studenten leren beter als je ze de ruimte geeft en aanspreekt op hun talenten. Alle studenten hebben honderd procent eigenaarschap over wat en hoe ze het doen en zelfs hoe ze beoordeeld worden. Dat levert een rijk palet aan studenten op met allemaal hun eigen curriculum binnen de ICT. Ons uitgangspunt is daarbij altijd positief: wat kan de student en wat is zijn of haar talent? Zorgen voor een omgeving waarin expertise voorhanden is, is een must. En die expertise hoeft echt niet persé bij een docent te zitten.

We werken met learning communities die dwars door de jaren heen lopen. Zo kunnen bijvoorbeeld een tweedejaars en een vierdejaars elkaar op specifieke onderdelen makkelijk helpen en versterken. Heel veel onderwijs is gebaseerd op wantrouwen: op controleren, meten en opdrachten en marsorders geven. Wij werken juist vanuit vertrouwen. Dat vraagt om een hele andere aanpak en mindset. Docenten vervullen bij ons meer een coachende rol” Dat de grootste uitdaging bij het oppakken van een andere didactiek niet de student is maar de docent, dat is misschien een artikel op zichzelf waard.

Waarom doen we dit?

Het doel is om wendbare, zelflerende professionals af te leveren aan de markt. Door Open (of open-achtige) leervormen stimuleren we juist die vaardigheden die een student later in een snel-veranderende wereld nodig gaat hebben.

Al jaren geeft Eric Slaats en zijn team lezingen, workshops aan een reeks van opleidingen in heel Nederland en daarbuiten. Een aantal vragen die vaak gesteld worden:

- We snappen dat dit kan bij ICT, maar kan het ook bij filosofie? Er zijn altijd beren op de weg (rooster technisch, gebouw, legacy) Je start met het nadenken in termen van: wat kan wel anders, wat kan snel anders en wat heeft meer tijd nodig. Je moet geen revolutie willen maar een evolutie. Een mogelijkheid bij Filosofie of een andere soortgelijke opleiding zou kunnen zijn: koppel studenten aan een echte opdrachtgever, zodat ze filosofie in een daadwerkelijke, realistische context kunnen inzetten.

- Een ander vraag “Wij zitten in een beroepenveld wat verplichte nummers heeft (Bijv. verpleegkunde), veranderen gaat dan heel moeilijk”. Ons advies is dan als volgt: praat vooral met je landelijke belangenvereniging, OCW en je hebt randvoorwaarden te pakken bij je inrichting. Wij, bij ICT hebben ook randvoorwaarden waar we aan moeten voldoen. Maar die blijken over het algemeen veel minder stringent dan gedacht.

Niets is belangrijker dan de mening van studenten. Hoe ervaren zij het?

Jordy Arentz, 2e jaars student Open onderwijs: “Je hebt veel vrijheid in wat je kan en wil doen. Je werkt veel samen met studenten van andere richtingen. Je kunt een grotere project aanpakken. Bijvoorbeeld nu ben ik bezig met een project voor Solar race team in Eindhoven, met vijf andere studenten”

Ruben Fricke, 2e jaars student Open onderwijs: “Een richting waar je vrij wordt gelaten en gestimuleerd om je eigen ambities en interesses te volgen. Je bent kapitein op je eigen schip, dus je kunt doen wat je interessant vindt. Docenten helpen en begeleiden je natuurlijk hierbij. Bij een normaal curriculum had ik het gevoel dat ze dezelfde student wilden creëren en in open kan het alle kanten op.”

Studenten gaan aan de slag in real life cases (challenges), die door de ruim 120 aangesloten Partners in Education bedrijven worden aangedragen. Dit vraagt dat studenten zich de nodige inhoud snel en zelfstandig eigen kunnen maken en die vervolgens goed kunnen toepassen in een betekenisvolle context. Bovendien ‘vreemde ogen dwingen’ en zorgt dat studenten meer uit zichzelf halen. Daarom geen vooraf geplande, verplichte lessen maar wel workshops op aanvraag.

Docenten volgen wekelijks het leerproces van de studenten en vervullen daarbij de rol van coach. Het continue feedbackproces maakt een beoordeling d.m.v. een eindtoets, feitelijk overbodig. Opdat docenten zich een goed beeld zouden kunnen vormen van de student, zijn diens aanwezigheid of zichtbaarheid en de voortdurende dialoog met docenten, een belangrijke vereiste.

Om deze didactiek zo goed mogelijk te kunnen faciliteren hebben we in samenwerking met partners tools ontwikkeld (die nog steeds worden verbeterd) en het mooie is ook anderen kunnen hier mee aan de slag.

Hoe te veranderen?

Door klein te beginnen, door erin te geloven! Het Open didactiek is niet zomaar één op één te kopiëren naar iedere school of locatie. Net als bij een goed maatpak, moet ook dit model op maat gesneden worden voor de drager. Elke implementatie, bij FHICT, bij Humber of bij de HU, is toch weer anders. En dat moet ook, want ook de context, de faciliteiten, de gebouwen en cultuur in het docententeam zijn anders. Toch zijn de uitgangspunten van het Open model helder. De vraag is alleen op welke manier je ze het beste kunt implementeren in iedere organisatie.

Auteur: Erdinc Sacan

Met dank aan Lennart de Graaf, Ruben Steins en Michael Schifferling

Oorspronkelijk gepubliceerd op communities.surf.nl

Tags: In de Media