Wat kan een robot eigenlijk wel en niet?
Product manager Martijn Goossens en software developer, Roy Leenaerts hadden daarom robot James meegenomen voor een demonstratie. Dit op uitnodiging van het lectoraat HTES dat hier onder de vlag van ‘betaalbare persoonlijke zorg’ samen werkt binnen het strategische Fontysthema Enabling Technologies, samenwerkt met lectoraten van de Fontys instituten Mens en Gezondheid, HRM, Paramedisch en Engineering.
Praktische toepassing
Er zijn veel randzaken waar je rekening mee moet houden bij het inzetten van robots, legt Goossens uit. Zo moet de hardware en software doen wat je wilt, zijn kosten een factor, maar ook heel praktische overwegingen als het formaat van de robot en het beheer van de programmering. James is nog geen meter hoog en heeft een vriendelijk voorkomen, maar een ander model is de imposantere Cruzr. Niet alleen is deze door zijn grootte lastig om te vervoeren (Cruzr is er daarom niet bij vandaag), maar kan zelfs onrust of angst in boezemen. De programmering is ook een uitdaging volgens Leenaerts, een eenvoudige composer is voor zorgpersoneel ook te ontsluiten, maar levert vaak complexe structuren op die lastig te overzien zijn.
Wat kan een robot goed?
De Heer Medicom heeft verschillende proefprojecten gedaan met robots en is ervan overtuigd dat robotica personeel kan ontlasten, maar ook ontspanning kan bieden voor patiënten. James heeft bijvoorbeeld diverse applicaties voor vermaak, zoals spelletjes en videoapps, kan patiënten stimuleren tot beweging met oefeningen, maar maakt ook sociale interactie mogelijk. Bovendien heeft James een alarm en preventiefunctie. Goossens: "Stel een cliënt probeert weg te lopen, dan kan je James programmeren om bij de deur de cliënt af te leiden. Als je weet dat deze bijvoorbeeld van Formule 1 houdt, kan hij een video afspelen."
Scherpe vragen
Goossens en Leenaerts werden vervolgens bestookt met vragen van studenten en onderzoekers. Bijvoorbeeld, wat is de meerwaarde van een robot ten opzichte van een tablet? Goossens: "We zien dat de mobiliteit van een robot meer waarde geeft aan de interactie. Ook al zijn veel mogelijkheden hetzelfde, een robot zie je sneller als maatje in plaats van een apparaat." Een aantal vragen waren ook onverwacht, maar niet ongewenst voor Goossens. Met name over de programmering en toegankelijkheid van de robot. "We werken veel samen met de Universiteit van Maastricht aan fundamenteel onderzoek, maar missen vaak het toegepaste deel. Zelf hebben we natuurlijk beperkte mogelijkheden daarin, en kennisuitwisseling zoals hier nu plaatsvindt is essentieel. Een student ICT of paramedisch kijkt anders naar een robot dan iemand uit een zorgorganisatie. Je hebt de kijk van deze drie nodig om dit mogelijk te maken."
Meer weten over ons toegepaste onderzoek naar robots en andere technologieën? Op 2 februari 2022 presenteren studenten en onderzoekers hun projecten tijdens ICT in Practice. Meer informatie binnenkort hier.